ANALYSE – Ontslag op staande voet. Het meest verstrekkende middel dat een werkgever kan toepassen. Dit is de reden dat het ontslag op staande voet aan veel regels is gebonden en niet snel wordt gehonoreerd door de rechter. Dit heeft herenmodezaak Oger zeer recent aan den lijve ondervonden.

Sinds 2014 was de werknemer in dienst als verkoopmedewerker bij herenmodezaak Oger. Afgelopen zomer werd de werknemer op staande voet ontslagen omdat hij (te) vrijgevig zou zijn geweest. Hij zou een vaste klant een gratis riem en korting op een broek hebben gegeven. Daarnaast zou hij voor een andere klant een overhemd in een schoenendoos hebben gestopt. Vervolgens zijn alleen de schoenen afgerekend.

In eerste instantie werd de werknemer ook verweten dat deze klant een hoger bedrag heeft afgerekend en dat de werknemer het meerdere in eigen zak zou hebben gestoken. Later heeft Oger deze beschuldiging ingetrokken.

Werknemer ontkent beschuldiging Oger

De werknemer ontkent alles wat hem wordt verweten door Oger. Hij gaf aan dat hij aan vaste klanten soms kleding meegaf om thuis op hun gemak te kunnen passen en combineren met hun eigen garderobe. Hij heeft korting op de broek gegeven omdat aan deze broek kennelijk een verkeerd label zat. Oger heeft onvoldoende aangetoond dat de werknemer verschillende labels bij zich zou dragen om lagere prijzen te kunnen aanslaan.

Vlak voor de zitting en zelfs tijdens de zitting heeft Oger aangevoerd dat uit onderzoek zou zijn gebleken dat de werknemer een door een klant betaald contant bedrag van 40.000 euro zelf zou hebben opgestreken. De werknemer heeft ook dit ontkend.

Oger kon de verklaring van de betreffende klant niet overleggen, omdat de adresgegevens niet bekend zouden zijn bij Oger.

Oger kan zware beschuldiging niet bewijzen

De rechter geeft de werknemer gelijk. Oger heeft de zware beschuldigingen aan het adres van haar werknemer niet kunnen bewijzen. Het ontslag op staande voet is onterecht en wordt vernietigd. Dit betekent dat Oger het salaris moet doorbetalen, ook over de periode dat de werknemer onterecht was ontslagen.

Oger krijgt de opdracht om aanvullend bewijs te leveren waaruit zou blijken dat de werknemer ernstig verwijtbaar heeft gehandeld. Als Oger hierin niet slaagt, dan acht de rechter de kans klein dat partijen nog samen door één deur kunnen.

De rechter heeft partijen geadviseerd om samen naar een oplossing te zoeken. Maar aangezien de werknemer een billijke vergoeding van maar liefst 300.000 euro eist, lijkt dat geen haalbare kaart.

Er is een goede kans dat Oger het hier niet bij laat zitten en in hoger beroep gaat.

Manon van den Brand is werkzaam bij AMS Advocaten en gespecialiseerd in het arbeidsrecht. Zij adviseert en procedeert over alle facetten van het arbeidsrecht. Daarnaast heeft zij een brede kennis van het contracten- en verbintenissenrecht.